Een nachtlampje in de kinderkamer: de do's & don'ts

Zet je reeds vanaf de geboorte een nachtlampje in de babykamer of introduceer je dit lampje pas op een latere leeftijd? Wij zetten de do's en don'ts graag even op een rijte.

Who's afraid of the dark?

Het is fabel dat baby's schrik hebben in het donker. Ze komen immers uit de vertrouwde buik van mama waar het volledig donker was. Pas wanneer het verbeeldingsvermogen zich ontwikkelt (zo rond de leeftijd van 2 à 3 jaar) kan ook de schrik voor het donker ontstaan. 

In de babykamer hoef je dus zeker geen nachtlampje te hebben vanaf de geboorte. Wél kan een nachtlampje handig zijn bij het geven van voeding en bij het verzorgen van je baby. Maar toch adviseren we het lichtje niet constant te laten branden in de babykamer. Voor een betere nachtrust slaapt je baby immers beter in een donkere ruimte. 

Gebruik een nachtlampje dus enkel wanneer je effectief voeding geeft of een luier ververst. We raden je aan een zacht of dimbaar nachtlampje aan te schaffen. Zowel je baby als jij zullen vlotter terug de slaap kunnen vatten wanneer je een zacht lampje gebruikt.

Mijn peuter of kleuter heeft schrik in het donker

Geeft je kind aan schrik te hebben in het donker, dan mag je zeker een nachtlampje introduceren. Hou ook hier rekening met de lichtsterkte. Verschillende standen van lichtsterkte zijn altijd mooi meegenomen. Ook de deur op een kier zetten kan soelaas bieden, want dan komt het indirect licht van de hal binnen. Heel wat nachtlampjes werken ook met een timer functie. Zo kan je kindje de slaap vatten mét een lampje, maar eenmaal in diepe slaap dimt het lampje automatisch en zorgt de donkere ruimte wederom voor betere dutjes.